Wie betaalt de onroerende voorheffing bij een verkoop op lijfrente?
📘 Inhoudsopgave
Inleiding
Wie betaalt de onroerende voorheffing bij een verkoop op lijfrente? Het ligt niet wettelijk vast wie bij een verkoop op lijfrente de onroerende voorheffing of grondbelasting betaalt. Alles hangt van de berekeningen en de finale afspraken
Vrije lijfrente – 100% de koper
Bij een vrije lijfrente is het 100% duidelijk. De koper. Een vrije lijfrente is een gewone verkoop, maar de prijs wordt betaald wordt op lijfrente. De koper is 100% volle eigenaar en draagt alle kosten, zoals elke eigenaar.
Bij een niet-vrije lijfrente is de situatie complexer.
Bij een niet-vrije lijfrente is de situatie complexer. Alles hangt af van de jurisiche wijze waarop de verkoop is afgesloten. Behoudt de verkoper het vruchtgebruik, of is dit beperkt tot een recht van bewoning, persoonlijk of zakelijk. En finaal, hoe is alles berekend.
Voor de Vlaamse Belastingdienst is de vruchtgebruiker belastingsplichtige
De Vlaamse Belastingdienst stuurt het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing steeds op naar de vruchtgebruiker. Het is de vruchtgebruiker die volgens de Vlaamse Codex Fiscaliteit de onroerende voorheffing moet betalen. Dit is ook zo bij verhuringen.
Het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing wordt steeds verstuurd naar de eigenaar/verhuurder. Bij handelshuur wordt dit doorgerekend aan de huurder.
Wijze van berekening
Bij lijfrente hangt alles af van de wijze van berekening en de finale afspraken. Er bestaan wettelijke tabellen om een vruchtgebruik te berekenen. Deze tabellen zijn in de praktijk niet geschikt.
De waarde van het levenslang vruchtgebruik voor een vrouw van 70 jaar bedraagt 16.86%. Een koper zou dus 83.14% moet betalen van de volle eigendom, en dit in 1 keer bij aanvang.
Voor een eigendom van 250.000 euro, zou een koper dus 207.850 euro moeten betalen. De koper zou dus slechts 42.150€ euro korting krijgen op de waarde van de volle eigendom, terwijl hij het genot niet heeft. Een vrouw van 70 jaar, heeft nog een levensverwachting van 18.21 jaar. De waarde van dit levenslang vruchtgebruik komt dus neer op = 42.150 / 18.12 / 12 = 195€/maand. Dit is niet realistisch.
In de praktijk gaan wij de lijfrente verrekenen op basis van een reële huurwaarde i.p.v. de wetttelijke tabellen. Maar wanneer er verrekend wordt op de basis van een reële huurwaarde, is het ook logisch dat de “verhuurder” of koper, de onroerende voorheffing betaalt.
Wij leggen de onroerende voorheffing steeds ten laste van de koper, blote eigenaar, aangezien dit beter overeenstemt met de achterliggende berekening.
🔍 Samenvatting
- Bij een vrije lijfrente is het simpel: de koper betaalt alle lasten, ook de onroerende voorheffing.
- Bij een niet-vrije lijfrente is de juridische aansprakelijke de vruchtgebruiker (aanslagbiljet → vruchtgebruiker, volgens Vlaamse Codex Fiscaliteit), maar in de praktijk wordt deze belasting vaak verschoven naar de koper, omdat de berekening is afgestemd op reële huurwaarde.
- Heb je vragen over verkoop op lijfrente? Neem gerust contact op. Wij helpen u graag met uw verkoop.