Wie betaalt de onroerende voorheffing? Bij een vrije lijfrente, zeer eenvoudig: de koper. Hij is tenslotte volle eigenaar en heeft het genot.
De onroerende voorheffing wordt ook in de volksmond de grondlasten genoemd (K.I.)
Bij een niet-vrije lijfrente, is het iets complexer.
Het burgerlijk wetboek voorziet dat de vruchtgebruiker of de genieter van een recht van bewoning (ook wel klein vruchtgebruik genoemd) in staat voor de onroerende voorheffing.
Dit wil dus zeggen de verkoper. Echter is alles afhankelijk van de manier van berekenen.
Er bestaan wettelijke tabellen om de waarde van een vruchtgebruik te bepalen. Deze tabellen zijn volledig achterhaald en economisch niet te verantwoorden. Echter volgens deze tabellen zou het wel logisch zijn dat de verkoper het vruchtgebruik zou betalen.
De conclusie is dat er vrij kan bepaald worden, wie dit betaalt. Alles hangt af van de wijze van berekening.
Wij maken onze berekeningen steeds op basis van een verdeling zoals een huurder/verhuurder. In deze methodiek is het logisch dat de onroerende voorheffing gedragen wordt door de koper.