Hoe worden de kosten verdeeld? De koper koopt de eigendom en is dus juridisch eigenaar van het pand, vanaf het verlijden van de authentieke akte. De verkoper behoudt meestal het genot.
Het is dus logisch dat de verkoper in staat voor alle gebruikskosten.
Gebruikskosten zijn natuurlijk vaag.
In notariële aktes wordt klassiek verwezen naar artikel 605 en 606 van het Burgerlijk Wetboek. Hier staan de bepalingen in m.b.t. de verlichtingen van de vruchtgebruiker. Maar deze zijn te vaag en te ruim
Art. 605. De vruchtgebruiker is slechts verplicht de herstellingen tot onderhoud te doen.
De grove herstellingen blijven ten laste van de eigenaar, behalve indien zij veroorzaakt zijn door het verzuimen van herstellingen tot onderhoud sinds de aanvang van het vruchtgebruik; in welk geval de vruchtgebruiker ook daartoe verplicht is.Art. 606. Grove herstellingen zijn die van zware muren en van gewelven, de vernieuwing van balken en van gehele daken; Eveneens de vernieuwing van dijken en van steun- en afsluitingsmuren in hun geheel.
Alle andere herstellingen zijn herstellingen tot onderhoud.
Verdeling conform het Vlaams Woninghuurdecreet
De lijfrente wordt berekend op basis van de volle waarde. Als de verkoper zelf in het pand blijft wonen, wordt de maandelijkse lijfrente verminderd met een huurwaarde. Dit is een totaal andere financiële benadering dan de omzetting van het vruchtgebruik volgens de wettelijke tabellen, die totaal niet meer overeenstemming van de realiteit.
Het is dus logisch dat de koper in staat voor de kosten als eigenaar, alsof hij het pand zou verhuren, en de verkoper als huurder. Er zit tenslotte een huurwaarde verrekend in de afgesproken lijfrente.
Wij hanteren een verdeling conform de bepalingen in het Vlaams Woninghuurdecreet. Hier staan expliciete lijsten en percentages vermeld, wat ten laste is voor de huurder (verkoper) en verhuurder (koper).
Deze verdeling sluit het beste aan bij de berekening van de lijfrente.